web analytics
06-22911261

Veldtocht

Stop-Motion

Luilekkerland, Bruegel

Hoe ziet jouw ideale wereld er uit?

Maak met je groepje een stop-motionfilmpje over een hoofdpersoon die op reis gaat door die ideale wereld. Hij/ zij komt op drie verschillende plekken. Op elke plek maakt de hoofdpersoon iets mee of ziet hij iets bijzonders gebeuren.
Je kunt kiezen uit de volgende plekken:

School
Ziekenhuis
Boerderij
Laboratorium
Fabriek
Stad

1. Titel
2. Scene 1: Eerste plek
3. Scene 2: Tweede plek
4. Scene 3: Derde plek
5. Aftiteling

Beeldverhaal

Wat zou je doen als je de wereld opnieuw mocht inrichten?

Maak met je groepje een stop-motionfilmpje waarin je antwoord geeft op deze vraag.
Kies daarvoor een van de onderstaande onderwerpen:

Voeding
School
Bouw van huizen
Wetenschap en techniek
Zorg (dokters en ziekenhuizen)

Je maakt een filmpje in zes scenes waarin je samen antwoord geeft op de vraag.

Titel
– Scene 1
– Scene 2
– Scene 3
– Scene 4
– Scene 5
– Scene 6
Aftiteling

Artez

Het artistiek-educatief product

Praxis:
Inhoud en vorm moeten op elkaar afgestemd zijn. De filmpjes gaan over vrijheid, maar de kinderen moeten in het proces ook vrijheid beleven en oefenen.

Arendt:
Arbeiden: Eten en drinken, organisatie van de materialen.
Werken: Het maken en gebruiken van de voorwerpen die nodig zijn om het filmpje te maken (papier, iPads).
Handelen: Het voorgesprek over vrijheid, het maken van onderlinge afspraken om samen te werken (leven).

Beuys (en Steiner):
De leerlingen werken in de opdracht aan de herinrichting van het sociale construct. Impliciet leren ze dat ze dat instituties en organisaties bedacht en gemaakt zijn en dus ook te bedenken en te maken zijn.

Culturele Leven: School, Ziekenhuis, Laboratorium
Economische Leven: Boerderij, Fabriek
Rechtsleven: Stad

Freire:
De leerkracht organiseert een setting waarin vrijheid en emancipatie mogelijk is. Leerkracht en de leerling staan op gelijke voet. De leerling krijgt de mogelijkheid om zich, via het opnieuw inrichten van de wereld, te emanciperen.

Biesta:
De opdracht, het materiaal (papier, schaar, krijtjes), de ander, de tijd vormen de weerstanden waaraan het kind zich kan vormen. Het kind vraagt zich tijdens de les voortdurend af (onbewust): Hoe wil ik zijn?
In die vraag stemt het de eigen verlangens af met de verlangens die de wereld heeft. Het oefent daarmee om op een volwassen manier in de wereld te bestaan.

Het artistieke product